Jozua

Auteur

Het boek is vernoemd naar de hoofdpersoon, Jozua. De auteur wordt niet expliciet genoemd. Volgens de Talmoed zou het boek door Jozua zelf zijn geschreven uitgezonderd het gedeelte over zijn dood. In het boek staat namelijk een aantal malen dat Jozua schreef, voorbeeld:

"En dáár schreef hij op de stenen een afschrift van de wet van Mozes, hetwelk hij opschreef ten aanschouwen der Israëlieten." (Jozua 8:32, NBG)

Echter, dit ondersteunt de claim voor het auteurschap niet afdoende, zeker omdat er in het boek ook een aantal malen wordt vermeld dat er dingen zijn "tot op deze dag", wat een latere schrijver doet vermoeden (Jozua 4:9; 5:9; 6:25 e.v.). Dat sluit echter ook niet uit dat gedeelten door Jozua zelf zijn geschreven en het geheel later geredigeerd of aangevuld is tot de huidige vorm. Er zijn aanwijzingen dat er in de 6e en 2e eeuw v.C. redactioneel werk aan het boek is gedaan (Bron: HSV Studiebijbel).

Datering

Tussen 1440 en 1220 v.C.

Inhoud

De “Slag om Kanaan” – zo zou het boek Jozua ook genoemd kunnen worden. Een historisch boek, maar, uiteraard, ook met geestelijke waarde. Zeker ook voor de Christen!

Het boek Jozua is onder te verdelen in twéé hoofdthema’s:

  1. Verovering van het land (1-12)
  2. Verdeling van het land (13-24).

Zo op het eerste gezicht geen boeiende kost. De veroveringen, en de beschrijvingen er van, zijn een -soms niet erg vlot leesbaar- verslaglegging van oorlogshandelingen. Een oorlog waarbij de Israëlieten met geweld het land van de toenmalige bewoners in bezit namen.

Waarom al dat geweld?

Dat is direct één van de punten waarom veel mensen moeite hebben met dit boek. Vragen als “waarom moesten ze van God al die mensen doden?”, “Waarom al dat geweld?”.. Mensen kunnen dat niet rijmen met “een God die liefde is”.

Wie zich echter verdiept in de religie van de volken die daar woonden zal begrijpen dat deze godsdienst(en), waarbij ondermeer kinderoffers werden gepleegd, niet konden bestaan voor God. Hij is namelijk niet alleen een God die de mensheid lief heeft, maar ook een rechtváárdig God die het onrecht dat daar gebeurde niet kon verdragen, niet kon laten voortbestaan.

Israël had daarom niet alleen de opdracht het land in te nemen maar óók de opdracht om een einde te maken aan deze gruwelijke praktijken.

Gehoorzaamheid

Centraal staat de gehoorzaamheid. De gehoorzaamheid van het volk, aan God’s opdracht, en de gehoorzaamheid van Jozua – hun leider. Voordat het volk het land intrekt, heeft Jozua een ontmoeting met de “Vorst van het Heer des heren” (SV). Het is duidelijk dat het hier gaat om de Here God, de Here Jezus, die in het OT vaker verscheen op deze wijze.

De verdeling van het land

Het land wordt aan het einde verdeeld over de 12 stammen. De zonen van Jozef krijgen elk een deel -Jozef’s “dubbele erfdeel”- en Levi krijgt geen eigen grondgebied maar woont tussen de andere stammen. Dit omdat zij de priesterdienst vervullen. Efraïm wordt één van de leidende stammen in de latere geschiedenis -tijdens het “Tien Stammenrijk”- soms zelfs zodanig belangrijk dat de Tien Stammen, het Noordelijke Rijk, naar Efraïm genoemd worden c.q. daarmee veréénzelvigd worden.